Biestmanagement

Biest bevat antilichamen die het lam nodig heeft om immuniteit te ontwikkelen. Deze antilichamen kunnen uitsluitend binnen 24 uur na de geboorte worden geabsorbeerd. Daarom heeft elk lam binnen vier uur na de geboorte 100 ml schapenbiest per kilogram lichaamsgewicht nodig, en in totaal 200 ml biest per kilogram lichaamsgewicht vóór het einde van de eerste dag.

Biestmanagement voor lammeren

De antilichamen in schapenbiest zijn onontbeerlijk voor lammeren. Het is belangrijk dat het lam in de eerste 24-36 uur van zijn leven voldoende biest binnenkrijgt.

Ooien moeten vanaf minimaal veertien dagen vóór het aflammeren worden gehouden op de plek waar de lammeren zullen worden geboren. Op deze manier weet je zeker dat de biest voor de lammeren de juiste antilichamen bevat voor de specifieke omgeving waarin het lam wordt geboren. Nadat de lammeren zijn geboren, moet je alle spenen even doortrekken om de aanwezige waspropjes te verwijderen, en zorgen dat de ooi genoeg biest heeft om haar lammeren te voeden. Lammeren moeten goed worden geobserveerd om er zeker van te zijn dat ze aan de spenen zuigen. Het alternatief is dat je de ooi melkt en het lam de eerste 100 ml lammerenbiest met de fles geeft.

Schapenbiest in voorraad of biestvervanger

Voor het voeden van lammeren van ooien die onvoldoende biest voor hun lammeren hebben, kan je een voorraad schapenbiest aanleggen. Dit kan door de ooi leeg te melken die een overschot aan biest heeft, en deze biest in te vriezen voor later gebruik. Ooien die maar één lam krijgen, hebben vaak genoeg biest. Een alternatief voor het aanleggen van een voorraad schapenbiest is dat je de lammeren biestpoeder geeft. Dit kan worden gemengd met warm water en dient als biestvervanger voor lammeren.