De mais die in de eerste helft van mei gezaaid is, is vaak redelijk op vlak van plantmassa maar zeer wisselend qua kolfvorming. Bij matige kolfvorming is het van belang dat we zeker niet te droog gaan hakselen (28-32% DS) om de mais voldoende te kunnen vast rijden en ook de aanwezige suikers zo vlot mogelijk te laten omzetten naar melkzuur.
Jammer genoeg zien we ook heel veel mais die zeer weinig plantmassa heeft al dan niet met kolf erin. Hierbij adviseren we ook om iets natter te gaan hakselen (28-32%DS). Zorg er indien mogelijk voor dat de plant boven de kolf niet volledig verdroogd is om de melk te laten omzetten naar zetmeel en de suikers naar melkzuur na het inkuilen. Het iets natter inkuilen zal er ook voor zorgen dat de plant celwand (NDF) beter verteerbaar is.
Indien er weinig tot geen kolf gevormd is, kan je opteren om de mais iets onder de kolf te gaan maaien en hakselen om de voederwaarde in de kuil wat te verhogen.
Gezien de droge zomer verwachten we normaal minder aanwezigheid van mycotoxines, maar dit zal moeten blijken na analyse.