Pluimveevoeding – Een nieuwe matrixwaarde voor methionine-vervanging?
In vleeskuikenvoer kan het financieel aantrekkelijk zijn om betaine en choline te verhogen om op methionine te besparen. Algemeen wordt aangenomen dat betaine en choline tot wel 25% van het totaal methionine kunnen vervangen in het voer. Onduidelijk is welke hoeveelheid betaine of choline daadwerkelijk 1% methionine vervangt. Aangezien vleeskuikenvoer al veel natuurlijk aanwezig betaine en choline bevat is het daarom de vraag hoeveel betaine of choline er daadwerkelijk nog toegevoegd moet worden om methionine in het voer te besparen?
De choline behoefte van vleeskuikens is ten minste 1,200 mg/kg.
Choline, betaine en methionine hebben een nauwe en ingewikkelde relatie. Choline speelt een unieke rol in het centraal zenuwstelsel, ondersteunen van de lever en integriteit van de celmembraan. Daarnaast kan choline worden geoxideerd in het mitochondrion van de cel. Hierdoor wordt betaine gevormd dat functioneert als labiele methylgroepdonor. Wanneer betaine een methylgroep afgeeft wordt S-adenosyl methionine gevormd. Dit is een essentieel onderdeel voor de vorming van zowel cysteïne als carnitine. Cysteïne is essentieel voor de eiwitsynthese en carnitine ondersteunt het transport van langketenige vetzuren langs het celmembraan.
De behoefte van vleeskuikens aan choline is tenminste 1,200 mg/kg voer. Een toevoeging van 2,000 mg/kg choline doet de technische prestaties nog verder stijgen, weliswaar met afnemende meeropbrengsten. Een typisch Europees vleeskuikenvoer op tarwe basis, bevat ongeveer 1,000 – 1,200 mg/kg natuurlijk aanwezig choline en een gelijke hoeveelheid natuurlijk aanwezig betaine. Een typisch Amerikaans vleeskuikenvoer op mais-soja basis biedt daarentegen een gelijke hoeveelheid natuurlijk aanwezig choline maar mist de aanwezigheid van natuurlijk aanwezig betaine.
Figuur 1 Overzicht van de nauwe en ingewikkelde relatie van choline, betaine en methionine
Uit onderzoek blijkt dat wanneer voldoende methionine in het dieet aanwezig is maar onvoldoende labiele methylgroepdonors (i.e. choline, betaine) de prestaties van vleeskuikens suboptimaal zijn. Dit betekent dat vleeskuikens naast een minimale behoefte aan methionine ook een minimale behoefte aan labiele methylgroepdonoren hebben. Gedurende periodes van snelle groei wordt voornamelijk choline als labiele methylgroepdonor gezien. Choline is misschien niet de meest logische keuze aangezien de oxidatie van choline naar betaine in jonge kuikens nauwelijks functioneel is en de inzet van ionofore coccidiostatica de oxidatie van choline verder onderdrukt. Betaine, als methylgroep donor, zou daarom een belangrijke toevoeging zijn in vleeskuikenvoer om methionine te besparen.
Trouw Nutrition R&D heeft recent nieuwe matrixwaarden voor methionine-vervanging bepaald in het NutriOpt portal.
Het Trouw Nutrition Pluimvee Onderzoekscentrum heeft recent een studie afgerond waarin de behoeftes van vleeskuikens aan methionine, betaine en choline zijn onderzocht. Hieruit zijn nieuwe matrixwaarden bepaald.