Beheersing van het risico op mycotoxinen Beheersing van het risico op mycotoxinen

Beheersing van het risico op mycotoxinen

Een van de grote vijanden voor de kwaliteit van het uiteindelijke voeder is de besmetting van grondstoffen met mycotoxinen op het veld of tijdens de opslag in diervoederfabrieken. Mengvoerbedrijven kunnen financiële verliezen lijden als ze geen hoogwaardig voeder kunnen produceren door besmetting met mycotoxinen, als gevolg van lage voederprijzen, een slecht imago en beïnvloede dierprestaties.

Aanwezigheid van mycotoxinen

Mycotoxinen zijn secundaire metabolieten van schimmels die al kunnen voorkomen terwijl gewassen nog op het veld staan, en gedurende de hele voederketen, en uiteindelijk de gezondheid en prestaties van dieren beïnvloeden.

Er werden meer dan 600 verschillende mycotoxinen gevonden en onderzoek toonde al aan dat de kwaliteit van diervoeder en het rendement van dieren worden beïnvloed door de ‘Big 6’ - aflatoxine, deoxynivalenol (DON), zearalenon, fumonisinen, ochratoxinen en trichothecenen (T2 - H2) – en nog vele anderen. De toxinen zijn doorgaans uiterst stabiel en blijven achter in het voeder na het korrelen of na de extrusie tijdens het productieproces.

Hoewel testen voor alle soorten mycotoxinen momenteel niet mogelijk is, is het wel algemeen bekend dat mycotoxinen verschillende risico's met zich meebrengen voor diergezondheid en dierprestaties. Bovendien stijgen de kosten van het voeder omdat er meer analyses nodig zijn om te voldoen aan de hogere regelgevingsdruk.

Mycotoxinen in mais gewassen
Mycotoxinen in voedingsproducten

Besmettingsproblemen

Wanneer korrels, dierlijke producten en bijproducten besmet zijn, kunnen mycotoxinen een probleem vormen voor de voedselveiligheid, zowel voor dieren als voor de mens.

Als mycotoxinen niet onder controle worden gehouden, kunnen ze giftige niveaus aannemen en een impact hebben op de productieparameters, zoals de dagelijkse voeropname, gemiddelde dagelijkse gewichtstoename, melk- of eieropbrengst en, in extreme gevallen, de sterftegraad.

Jonge dieren, zoals vleeskuikens, biggen en kalveren, zijn bijzonder vatbaar voor de gevolgen van mycotoxinen. Chronisch lage gehalten aan mycotoxinen kunnen evenwel ook grote effecten hebben voor langlevende dieren.

In verschillende delen van de wereld werden problemen met toxinebesmetting in voedingsproducten voor de mens gemeld. Het gaat onder meer om de aanwezigheid van aflatoxine M1 in melk, ochratoxine A in lever- en varkensproducten en T-2-toxine in eieren.

Uit onderzoek blijkt nog steeds dat we, bovenop de afzonderlijke mycotoxinen op zich, ook moeten kijken naar de versterkte en synergetische effecten van een combinatie van mycotoxinen.
Dr. Swamy Haladi, Global Programme Manager Mycotoxin Risk Management

Onze benadering voor het beheersen van mycotoxinen

De sleutel tot effectieve mycotoxine beheersing ligt in risicobeheer; een geïntegreerde aanpak in plaats van geïsoleerde maatregelen leidt tot betere resultaten. Ons uitgebreide risicobeheersprogramma stelt je in staat om beslissingen te nemen op basis van kennis en data, en om de TOXO-producten van Selko op de meest effectieve manier te gebruiken. Het programma maakt actieve monitoring van risico's mogelijk, waardoor je met vertrouwen kunt zorgen voor de kwaliteit van je producten.

Lees meer

Wat zijn enkele preventieve maatregelen die diervoederproducenten kunnen nemen om mycotoxinebesmetting te minimaliseren?

Diervoederproducenten kunnen preventieve maatregelen nemen, zoals het zorgvuldig selecteren van grondstoffen, het implementeren van strikte opslag- en voederprocessen, het gebruik van mycotoxinebinders en het regelmatig testen van voer op mycotoxineniveaus.

Wat kunnen mengvoerbedrijven doen om mycotoxinen in diervoeder te verminderen nadat ze zijn gedetecteerd?

Als mycotoxinen worden gedetecteerd in diervoeder, kunnen enkele strategieën zijn: het mengen met niet-verontreinigd voer om de concentratie te verdunnen, het gebruik van mycotoxinebinders om de toxiciteit te verminderen, of het verwijderen van besmette partijen voer om verdere blootstelling te voorkomen.