
Klinische symptomen van melkziekte bij schapen
Melkziekte bij schapen komt vaak gelijktijdig voor bij meerdere dieren, hoewel het ook voorkomt dat individuele schapen ziek worden. Meestal wordt minder dan 5% van de ooien ziek, maar bij een ernstige uitbraak kan tot 30% van een kudde worden getroffen.
De klinische symptomen lijken sterk op die van ketose bij schapen, maar de progressie is meestal veel sneller. Mogelijke symptomen zijn sufheid, depressie en coma, kwijlen, een stijve of wankelende tred, ligging op het borstbeen met de kop gestrekt, de kin op de grond en de poten onder het lichaam gevouwen of naar achteren uitgestrekt.
Hoe blijft de calciumspiegel op het juiste niveau?
Zorg dat de voeding in de laatste paar weken van de dracht en de eerste paar weken na het aflammeren voldoende calcium bevat. Voorbeelden van voer met weinig calcium zijn granen, stro, slecht hooi, kuilgras en maïskuil.
Een vitamine D-tekort, dat voorkomt bij schapen die in de wintermaanden op stal worden gehouden, vermindert de calciumabsorptie via de darmen. Zorg dat er voldoende ruimte bij de voerbak is en vermijd plotselinge veranderingen van het rantsoen. Geef extra voer bij slecht weer. Het is vaak zinvol om direct na het aflammeren een supplement met extra energie en calcium te geven.


Behandeling van melkziekte bij schapen
Wanneer het dier eenmaal depressief is en niet meer wil eten, overleg je met de dierenarts, die het dier een intraveneus infuus kan geven. Als het dier goed en blijvend herstelt na een dergelijk infuus, is dit een bevestiging dat de diagnose melkziekte correct was.