Biestmanagement bij biggen

Biestmanagement bij biggen

Met een groeiend aantal biggen per zeug wordt het belang van effectief biestmanagement steeds groter. Biggen moeten tussen de 200 en 250 milliliter biest opnemen om een gezonde levensstart te maken. Een zeugenhouder die de eerste 24 tot 36 uur extra zorg besteedt aan het goed verdelen van de biest over de pasgeboren biggen, bepaalt voor een belangrijk deel het verder verloop van het leven van het big en hoe het technisch presteert in zijn verdere levensloop.

Drinkende biggen bij de zeug

Belang van een goed biestmanagement 

Het goed verdelen van biest over de pasgeboren biggen is van groot belang voor een goede LifeStart. Het zorgt onder andere voor: 

  1. Optimale voeding: Biest is “nature’s best”. Het bevat niet alleen een perfecte concentratie antilichamen maar ook eiwitten, vetten en andere voedingscomponenten die de biggen nodig hebben. Zorg dus voor voldoende biest zodat je biggen deze optimale voeding maximaal kunnen benutten. Dat resulteert in gezonde en vitale biggen. 
  2. Immuunondersteuning en overleving: Biest bevat antilichamen die de biggen beschermen tegen ziekten en infecties in de vroege levensfase wanneer hun eigen immuunsysteem nog niet volledig ontwikkeld is. Als een big onvoldoende biest krijgt mist het de essentiële immunologische ondersteuning. Zorgen voor voldoende biest is dus van levensbelang voor een goede weerstand tegen ziekten en de beste overlevingskansen. 
  3. Verbeterde groei: De voedingsstoffen in biest bevorderen de groei en ontwikkeling van de biggen, wat leidt tot sterkere en gezondere dieren. Biggen die voldoende biest krijgen, hebben een betere kans op een gezonde groei en het behalen van een optimaal gewicht, wat op zijn beurt resulteert in robuuste varkens die beter presteren in hun verdere levensloop. 

Onderdelen van goed biestmanagement 

Een goede strategie voor biestmanagement bij biggen omvat verschillende belangrijke stappen om ervoor te zorgen dat de pasgeboren biggen voldoende biest krijgen voor een gezonde start.  

  • Vroege toegang tot biest: Zorg ervoor dat de biggen zo snel mogelijk na de geboorte toegang hebben tot biest. Dit betekent dat je de biggen binnen de eerste paar uur na de geboorte moet laten zuigen aan de uier van de zeug. Pasgeboren biggen zijn het meest ontvankelijk voor het opnemen van antilichamen uit biest tijdens deze periode. 
  • Controleer de kwaliteit van de biest: Test de biest op kwaliteit. Zorg ervoor dat de biest vrij is van verontreinigingen en van hoge kwaliteit is. Biest van mindere kwaliteit kan minder effectief zijn bij het bieden van immunologische ondersteuning aan de biggen. 
  • Zorg voor gelijke toegang: Pasgeboren biggen moeten allemaal de kans krijgen om biest te drinken. Controleer of alle biggen toegang hebben tot de uier van de zeug. Als sommige biggen worden buitengesloten, overweeg dan om ze met de hand te voeden met biest. 
  • Volg een strikt biestmanagementprotocol: Implementeer een duidelijk biestmanagementprotocol op je bedrijf en zorg ervoor dat alle medewerkers op de hoogte zijn van de procedures en het belang van goed biestmanagement. 
Biggen drinken een ondersteunend biestproduct

Meer biggen per zeug 

Er worden steeds meer biggen geboren, met als gevolg dat er niet altijd voldoende melk is voor elke big. Om er zeker van te zijn dat elke big voldoende kan drinken, maken we gebruik van het 4/80-systeem. Oftewel 4 zeugen voor 80 biggen. Maar dat kan ook prima een andere combinatie zijn. Dat ligt eraan hoeveel biggen er per week over zijn. Om de hoeveelheid biest verder te ondersteunen heeft Milkiwean een assortiment aanvullende biestproducten als Milkiwean Precoce Liquid en Milkiwean Yoghurt.